Haaruitval is een veelvoorkomend probleem onder mannen en vrouwen. Er zijn vele oorzaken en dat maakt het juist zo complex. De hormonen spelen vaak een grote rol in de cyclus van haargroei, waardoor de gezondheid van het haar onder druk staat. In dit artikel duiken we in de wetenschap die zich toespitst op de relatie tussen haaruitval en hormonen.
Hoezo heeft de hormoonhuishouding invloed op je haar?
Onze hormonen werken als chemische connecties, die verschillende lichaamsfuncties regulieren. Een van die functies is de haargroei. Een gezonde hormoonbalans is essentieel voor een normale haargroeicyclus, die bestaat uit vier fasen:
- Anagene fase [groeifase] - het haar groeit actief gedurende twee tot zes jaar. De maximale haarlengte wordt bepaald door genetica, voeding, leeftijd en je algehele gezondheid.
- Catagene fase [overgangsfase] - het haar stopt met groeien en de haarfollikel krimpt gedurende enkele weken. Je haar wordt hierdoor zwak, want de bloedtoevoer tot de haarzakjes wordt afgesloten.
- Telogene fase [rustfase] - het haar rust enkele maanden uit, waarbij het zwakke haar rustig plaatsmaakt voor de nieuwe haren.
- Exogen fase [haaruitval] - het haar valt uit. Het is normaal om elke dag zo'n 50 tot 100 haren te verliezen. Na deze fase begint de cycles weer opnieuw.
Schommelingen in je hormonale balans hebben invloed op deze cyclus, waardoor je last kan krijgen van overmatig haaruitval.
Welke hormonen hebben invloed op haaruitval?
Schildklierhormonen
De schildklier produceert hormonen die de stofwisseling reguleren. Dit is een proces dat essentieel is voor de haargroei. Zowel een te trage schildklier (hypothyreoïdie) als een te snelle schildklier (hyperthyreoïdie), kan haaruitval veroorzaken. Dit komt doordat schildklierhormonen de haargroeicyclus beïnvloeden en de haarfollikels van energie voorzien.
Androgenen
Androgenen zijn voornamelijk mannelijke geslachtshormonen, maar ze zijn ze ook in kleine hoeveelheden aanwezig bij vrouwen. Denk aan bijvoorbeeld testosteron. Een overmaat aan androgenen leidt tot androgenetische alopecia, ook wel bekend als mannelijke of vrouwelijke kaalheid. Bij vrouwen kan dit zich uiten als dunner wordend haar op de kruin.
Oestrogeen
Oestrogeen, het belangrijkste vrouwelijke geslachtshormoon, speelt een beschermende rol bij de haargroei. Het verlengt de groeifase van het haar en zorgt voor dikker, voller haar. Tijdens de menopauze dalen de oestrogeenniveaus, wat kan leiden tot haaruitval en dunner wordend haar.
PCOS: hormonale aandoening
Soms heb je dikke pech en krijg je te maken met Polycysteus ovariumsyndroom (PCOS). Die is een hormonale aandoening bij vrouwen, die samengaat met een verhoogde productie van androgenen. Vrouwen krijgen hierdoor vaak last van acne, onregelmatige menstruaties en haaruitval op de hoofdhuid. Haar op andere delen van het lichaam kan overigens juist dikker, stugger en donker worden.
Wat kan je eraan doen?
Hormonen zijn complex. Als je last hebt van plotselinge, overmatige haaruitval dan is het verstandig om een arts in te schakelen. Een bloedonderzoek is je startpunt, want dan kan je vaststellen of je hormonen wel of niet in balans zijn. Afhankelijk van de diagnose zijn er verschillende behandelingen beschikbaar, waaronder hormoontherapie, medicatie of veranderingen in je lifestyle.
Bronnen
Patel, D. P., Swink, S. M., & Castelo-Soccio, L. (2017). A Review of the Use of Biotin for Hair Loss. Skin appendage disorders, 3(3), 166–169. https://doi.org/10.1159/000462981
Wang, K., Li, Y., & Chen, Y. (2023). Androgen excess: a hallmark of polycystic ovary syndrome. Frontiers in endocrinology, 14, 1273542. https://doi.org/10.3389/fendo.2023.1273542
Alessandrini, A., Bruni, F., Piraccini, B. M., & Starace, M. (2021). Common causes of hair loss - clinical manifestations, trichoscopy and therapy. Journal of the European Academy of Dermatology and Venereology : JEADV, 35(3), 629–640. https://doi.org/10.1111/jdv.17079
Popa, A., Carsote, M., Cretoiu, D., Dumitrascu, M. C., Nistor, C. E., & Sandru, F. (2023). Study of the Thyroid Profile of Patients with Alopecia. Journal of clinical medicine, 12(3), 1115. https://doi.org/10.3390/jcm12031115